"Libertat riba Papel"

Is een tentoonstelling die op het Nationaal Archief Curacao werd gegeven in het kader van 150 jaar Emancipatie, 1863-2013. De tentoonstelling liep van juli 2013 t/m oktober 2014.
lees meer
"Libertat riba Papel"

"Libertat riba Papel"

Is een tentoonstelling die op het Nationaal Archief Curacao werd gegeven in het kader van 150 jaar Emancipatie, 1863-2013. De tentoonstelling liep van juli 2013 t/m oktober 2014.
lees meer

Expositie 150 Jaar afschaffing Slavernij 1863 - 2013

De expositie "Libertat riba Papel" werd in het kader van het 150 jarig jubileum van de afschaffing van de slavernij gehouden in het Nationaal Archief van Curacao.

De tentoonstelling was van juli 2013 tot en met oktober 2014in de expositieruimte van het Nationaal Archief te bezichtigen. We hebben willen u ook de mogelijkheid aanbieden de expositie online te bekijken.

Voor de informatie werd onder meer gebruikt gemaakt van:

Gebruikte literatuur:
1. Gibbes, Römer-Kenepa en Scriwanek: De bewoners van Curaçao, vijf eeuwen lief en leed. 1499-1999. 2e druk 2002. Nationaal Archief.
2. Willemsen, G.: De dagen van gejuich en gejubel. Viering en herdenking van de afschaffing van de slavernij in Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen. 2006. Den Haag / Amsterdam
3. Dalhuijsen, L e.a.: Geschiedenis van de Antillen. 2009. Walburg Pers
4. Lantèrnu no 22. Gedenkboek 140 jaar Emancipatie. Juli 2003.

 

De transatlantiche slavenhandel en de wic

De Nederlanders verkenden vanaf 1594 de kust van West-Afrika. In 1601 vestigden zij een handelspost in Mouri aan de Goudkust (Ghana), die tien jaar later werd versterkt door de bouw van het fort Nassau. Met verschillende vorstendommen langs de kust ontstond een levendige handel in goud, ivoor en peper. De Nederlanders hadden toen geen belangstelling voor de slavenhandel want zij hadden er geen afzetgebied voor.

De Nederlandse slavenhandel kwam goed op gang nadat de Nederlanders (de West-Indische Compagnie, opgericht in 1621) in 1630 in het noordoosten van Brazilië, de steden Recife en Olinda en het omringende gebied in de provincie Pernambuco, veroverden op Portugal. Het noordoosten van Brazilië had allang vóór de verovering door de Nederlanders, veel suikerplantages waarop grote aantallen slaven werkten. Een groot aantal van deze slaven vluchtte tijdens de oorlog tussen de Portugezen en de Nederlanders het binnenland in. Hierdoor ontstond een ernstig tekort aan slaven op de suikerplantages. De Nederlanders ondernamen hierdoor verschillende pogingen om het Portugese centrum van slavenhandel in West-Afrika, Såo Jorge da Mina (Elmina) te veroveren. 

Pas in 1637 slaagden zij erin Elmina te veroveren. Een aantal jaren later in 1641 veroverden de Nederlanders ook Angola. De Nederlanders hadden nu in hun bezit Afrikaanse leveranciers van tot slaaf gemaakte Afrikanen, schepen om ze erin te vervoeren en afzetmarkten in de vorm van de suikerplantages in Brazilië. Achtergrond: De vloot van de WIC voor de Braziliaanse kust in gevecht met de Portugese vloot. (Salomon Savery, 1645-1647, Coll. Rijksmuseum, A'dam) 1. Wereldkaart; omcirkelt: Nederland, Portugal, “Nederlands Brazilië” (Nova Holanda), dat door de WIC werd veroverd op Portugal in 1630 en Fort Elmina in Ghana in 1637. 2. Kaart van “Nederlands Brazilië” 1630- 1654, o.m gebruikt als uitvalsbasis voor aanvallen op de Spaanse zilvervloten.Door het bezit van de plantages ging de WIC in 1635 over op het systeem van de slavernij en -handel, dat ze in 1623 nog als onethisch had afgewezen. 3. Kaart van Nederlands Brazilië (Johannes Vingboons,1665). 4. Een suikermolen in Brazilië (Frans Post), met Afrikaanse slaven. 5. Slavenjagers overvallen een dorp.(Thomas Knox, “The boy travels on the Congo”, 1887) 6. Een slavenkaravaan in Afrika. (David Livingstone, 1866. Coll. KITLV). 7. Gevangen en tot slaaf gemaakten in Afrika. (Edward Kemble, 1892/ Hathitrust). 8. De kust van Guinea, (W. Blaeu, 1665. Coll. Scheepvaart Museum, R'dam) 9. De kust voor Fort Elmina, Ghana,(Taylor, Kohl, 1887. Coll.E. Schomberg). Fort Elmina werd in 1482 door de Portugezen gebouwd als slavenstation voor transport naar Brazilië. 10. Embleem van de Geoctroyeerde West Indische Compagnie -WIC.

De driehoekshandel - het transport van de tot slaaf gemaakte afrikanen

Als gevolg van de grote vraag van de Europeanen naar arbeidskrachten om op de plantages in Amerika te werken, ontstond een handelssysteem, bekend als de driehoekshandel. Deze driehoekshandel was het handelssysteem waarbij 3 continenten betrokken waren zijnde Europa, Afrika en Amerika.

Op dit paneel is de gehele driehoekshandel, met nadruk op het transport van de slaven, uitgewerkt. De schepen vertrokken uit de Europese havens zoals Liverpool in Engeland, Bordeaux in Frankrijk en Amsterdam in Nederland, volgepakt met koopmansgoederen om te ruilen voor tot slaaf gemaakte Afrikanen in West-Afrika. Deze schepen werden in Afrika omgebouwd tot slavenvervoerende schepen (slavenhalers) die met slaven naar Amerika gingen. In Amerika werden deze slaven verruild voor tropische gewassen zoals suiker, koffie, cacao en tabak. Deze schepen vertrokken naar Europa met deze tropische gewassen.

Achtergrond illustratie: “Plan and Sections of a slaveship: Plattegrond en indeling van slavenschip de “Brookes”, gebouwd in 1781 voor de slavenhandelaar Brookes uit Liverpool. Coll. KITLV.

1. Slaven worden ingekocht. Door S. Hutchinson. Coll. National Maritime Museum, London.
2. Slaven worden geketend en het ruim ingeleid. Bron: Cassell’s History of England.
3. “Plan and Section of a slave ship.” Plattegrond van een slavenhaler.
4. Illustratie van de binnenkant van een slavenschip “Atlantic Slave Trade”.
5. Kaart van de “Driehoekshandel”.
6. De slavenmarkt in Recife (Brazilië). Door Zacharias Wagner, 1637-1644.
7. Een slavenveiling. Door Pierre Jacques Benoit. Coll. KITLV.
8. De haven van Willemstad, Curaçao. Tekening van G.W.C. Voorduin, 1860. Coll. KITLV. Curaçao werd na 1654 het “overslagstation” voor de slavenhandel met Zuid-Amerika en het Caribisch gebied.
9. Staatsblad 1819, no. 2 houdende het Tractaat tussen Nederland en Groot-Brittannië over handhaving van het verbod op de slavenhandel. (Nationaal Archief Curaçao).

Slavernij op Curaçao

Curaçaose plantages produceerden voornamelijk voor de lokale consumptie. (zout, aloe, water, mispels).

Verzet en Opstand

Verzet kwam voor in de vorm van sabotage, werkweigering of vluchten. De bekendste opstand brak uit op 17 augustus 1795 onder leiding van TULA.

Voorbereiding van de abolitie

Na de afschaffing van de slavernij in de Britse (1834) en de Franse koloniën (1848) bepaalde Nederland uiteindelijk dat per 1 juli 1863 de slaven vrij zouden zijn.

De Grote Dag, 1 juli 1863.

De proclamatie van Willem III, die de vrijheid per 1 juli 1863 aankondigde, werd op 30 September 1862 bekendgemaakt. Op de Antillen verliep alles rustig op de dag van de emancipatie en daarna. De geestelijke leiders hielden dankdiensten in overvolle kerken. In de avond vierden de geëmancipeerden groots feest. De dag daarop gingen de ex-slaven weer gewoon aan het werk, tegen een bepaalde vergoeding of met rechten op een huisje en een deel van hun oogst.

“ E Dia Tan Spera”

Achtergrond illustraties: Publicatieblad 1863, no. 26 Aankondiging afschaffing van de Slavernij in de Kolonie Curaçao.
1. Proclamatie van de Emancipatie in het Papiamentu, ondertekend door gouverneur Crol. Coll. Nationaal Archief Curaçao.
2. Afbeelding van gouverneur Crol
3. Tabel van het aantal slaven per eiland op de Nederlandse Antillen door de eeuwen heen.
4. Tabel: het aantal vrijgemaakte slaven per eiland van de Nederlandse Antillen.
5. Afkondiging van de Emancipatie van de slaven in het Engels, ondertekend door gouverneur Crol. Coll. Nationaal Archief Curaçao.
6. Geschreven tekst van de afkondiging van de afschaffing van de Slavernij in het Nederlands. Coll. Nationaal Archief Curaçao.

Viering

Met een rustig verlopen feest werd de emancipatie gevierd. Voorbeelden op dit paneel.

Enkele gevolgen

De emancipatie bracht juridische gelijkstelling, toch werden de geëmancipeerden vaak nog als tweederangsburgers gezien.

Emigratie

De emigratie naar Suriname kwam al direct na de emancipatie op gang. Ook Cuba (suikerplantages) en Panama (kanaal) waren in trek.

Herdenkingen

Op Curaçao is de afschaffing na 1 juli 1863 niet elk jaar herdacht. Hier het 25- en 50-jarig jubileum.

Herdenkingen in 1938 en 1963

In 1938 werd bij 75 jaar emancipatie hieraan geen aandacht besteed. Het volk werd niet herinnerd aan de afschaffing van de slavernij en de betekenis ervan.

Het eeuwfeest op 1 juli 1963 werd op een bescheiden manier wel herdacht. Er werd op het Rif een Emancipatiemonument onthuld door dr. Mr. M.F. da Costa Gomez. In de kranten stond een aantal artikelen over de betekenis van de emancipatie. 1 juli is geen officiële vrije dag meer omdat de afschaffing van slavernij niet meer herdacht werd van overheidswege.

De vraag waarover wij ons moeten bezinnen is nu waarom de dag van 1 juli niet meer wordt herdacht op Curaçao en dus ook geen dag van nationale herdenking meer is.

Herdenking 100 jaar Emancipatie, 1963
Achtergrondfoto: Fred Herzog
1. Gelukwens Nederlands parlement met eeuwfeest Emancipatie. Amigoe.
2. Onthulling Emancipatiemonument op het Rif, door Dr. Mr. M.F. Da Costa Gomes, 1963
3. Advertentie “La Bonanza”
4. Advertentie Limonadefabriek “Juliana”.
5. Advertentie “La Bonanza”.
6. “Orashon di un Neger”, ingezonden stuk van Zack Gilbert in La Cruz.
7-10. Ingezonden stukken in “La Cruz” van P.A. Jesurun, J.C. Provence en Elis Juliana.
11-13. Ingezonden stukken “La Union”, met redactioneel commentaar.
14-15. Ingezonden stukken “Beurs & Nieuws berichten”.
16. Gedenkpenning “La Bonanza”.

Drijvend op Olie

Industrialisatie op Curaçao

Op Curaçao begon de industrialisatie in het eerste kwart van de 20ste eeuw. In 1915 begon de Koninklijke Shell met de bouw van een raffinaderij bij Willemstad, die in mei 1918 in gebruik werd genomen.
De vestiging van de olieraffinaderij zorgde voor een duidelijke breuk in de geschiedenis van Curaçao. Er ontstond een nieuwe economie. De Curaçaose samenleving veranderde door de komst van de Shell en eerste expansie, van een agrarisch-commerciële in een modern kapitalistisch geïndustrialiseerde samenleving. Anders gezegd ons eiland ging van handel, zeevaart en landbouw abrupt over op industrialisatie. Curaçao kreeg een nieuwe moderne samenleving met industrie als belangrijkste economische pijler.
Door de komst van de raffinaderij zouden bijna alle aspecten van onze maatschappij veranderen. Niet alleen onze bestaansmiddelen maar ook ons bevolkingsaantal en –bevolkingssamenstelling, ons onderwijs, ons consumptiepatroon en politiek systeem. De bewoners van Curaçao met name de geëmancipeerden en afstammelingen van de geëmancipeerden kregen de mogelijkheid tot economische emancipatie die langzamerhand ook leidde tot politieke en staatkundige emancipatie.

Achtergrond illustratie: De Raffinaderij in aanbouw. Fotocoll. Nationaal Archief Curaçao. Linksboven Brief van P. Jansen, kwartiermaker van de Bataafsche Petroleum Maatschappij (BPM) aan de Gouverneur van Curaçao, d.d. 27 november 1916, waarbij hij de oprichting meedeelt van de Curaçaosche Petroleum Maatschappij (CPM) per 1 januari 1917. Nationaal Archief Curaçao. Objectendossiers.(NACOD)
1. Brief van de Gouverneur van Curaçao aan P. Jansen, vertegenwoordiger van de BPM waarin hij vrijstelling van invoerrechten verleent voor materialen benodigd voor de raffinaderij, februari 1915. NACOD
2. Brief van P. Jansen, vertegenwoordiger van de BPM waarin hij vrijstelling van invoer- en havenrechten vraagt voor de bouw en exploitatie van de raffinaderij, z.d. NACOD.
3. Brief van de Gouverneur van Curaçao aan de Minister van Koloniën d.d. 15 mei 1915, waarin hij toestemming verleent aan de BPM tot de bouw van 3 steigers in het Schottegat, indien zij overgaan tot de bouw van een raffinaderij op Asiento. NACOD.
4. Brief van P. Jansen, vertegenwoordiger van de BPM aan de Gouverneur van Curaçao, d.d. 26 augustus 1915, waarin hij meedeelt dat BPM de plantage Asiento met schiereiland heeft aangekocht van de Curaçaosche Handels Maatschappij en waarin hij toestemming vraagt hierop een raffinaderij te bouwen. NACOD.