Staatkundige Geschiedenis 3 Periode 1970-1986

Van de Opstand van 30 mei 1969 tot de Status Aparte van Aruba
lees meer
Staatkundige Geschiedenis 3 Periode 1970-1986

Staatkundige Geschiedenis 3 Periode 1970-1986

Van de Opstand van 30 mei 1969 tot de Status Aparte van Aruba
lees meer

Onafhankelijkheid: versneld of aangepast

De tevredenheid van de afgelopen 15 jaren over de koninkrijksbanden, zoals vastgelegd in het Statuut, vervaagt. Directe aanleiding: 30 mei 1969. De ongeregeldheden in Willemstad laten opeens een deficit zien in de mogelijkheden van dit verdrag. Nederland stond letterlijk en figuurlijk te ver van haar Caribische partners af om daadwerkelijk borg te kunnen staan voor de grondrechten vastgelegd in het Statuut. (behoorlijk bestuur, militaire bijstand enz. enz.). Dekolonisatie werd door Nederland sindsdien niet meer verstaan als de herijking van de banden tussen partners en een zo ver mogelijke decentralisatie van de macht.(Zie periode I). De inzet van het beleid van de Europese partner werd: onafhankelijkheid. Totale soevereiniteitsoverdracht. Anders dan Suriname (1975) koos de Nederlandse Antillen om niet in te gaan op de wensen van Den Haag om versneld onafhankelijk te worden.

 

 

De nieuwe bestuurders

Amador Nita. Een van de ministers namens de FOL partij na 30 mei 1969. Collectie Habraken.

Stanley Brown

Stanley Brown, een van de partijleiders van de FOL, op bezoek bij gouverneur Debrot. Collectie RVD.

Wilson "Papa" Godett

Met revolutionaire Castropet op.
Ben Leito, de eerste zwarte Gouverneur, benoemd in 1970 na de intrekking van de benoeming van de heer E. Jonckheer.

Juancho Evertsz

Minister-President, J. Evertsz, 1973-1977, die de boot afhield voor wat betreft een opgedrongen onafhankelijkheid van de Nederlandse Antillen op korte termijn.

Anno Kibbelaar

Anno Kibbelaar, de eerste zwarte gezaghebber van het Eilandgebied Curaçao.

Ernesto Petronia

Ernesto Petronia, de eerste zwarte minister-president.

Onderhandelingen

Minister-President Don Martina met de Minister President van Nederland, Joop den Uyl, die een fervente voorstander was van een snelle onafhankelijkheid.

Contacten

Minister President Joop den Uyl, met Amador Nita.

Onderhandelingen

Minister van Antilliaanse Zaken Barend Biesheuvel (rechts) in gesprek met Minister President Jonkheer.

Onderhandelingen

Minister president J. Evertsz (links) kon Minister W.F. de Gaay Fortman overtuigen om "onafhankelijkheid op korte termijn", van tafel te krijgen.

Onderhandelingen

De Nederlandse viceminister president Bakker, belast met Antilliaanse Zaken, samen met de heer R. Isa.

Juancho Evertsz

Minister-President, J. Evertsz, 1973-1977, die de boot afhield voor wat betreft een opgedrongen onafhankelijkheid van de Nederlandse Antillen op korte termijn.

Nieuw Statuut

Viering van de onafhankelijkheid van Suriname, 25 november 1975. Op de foto staan van rechts naar links o.a. Aaron, van Genderen, H.M. Koningin Beatrix, Ferrier en Lachman.

Aruba Status Aparte

Aruba Status Aparte

Carlos Andrés Pérez

3 MEP ministers gingen in December 1975, buiten het kabinet om, op bezoek bij de Venezolaanse president Carlos Andres Perez om hem te spreken over de bescherming van een mogelijk onafhankelijk Aruba. Op 29 december 1975 aanvaardde de Staten een motie van wantrouwen, die vervolgens door de gouverneur werden ontslagen.

Boy Rozendal

Boy Rozendal

 

Na de verkiezingen van zomer 1977 werd DP-er S.G.M (Boy) Rozendal aangewezen als formateur. Gezien de eisen van Betico Croes voor wat betreft een aparte status voor Aruba, koos Rozendal om MEP niet in zijn kabinet op te nemen. Het uitsluiten van MEP heeft tot hevige protesten geleid.

Betico Croes

Betico Croes pleit in de Tweede Kamer voor de status als land voor Aruba, los van de Nederlandse Antillen.

Betico Croes

Betico Croes in de Eerste Kamer. Op weg naar Aruba's Status Aparte

RTC 1981

Van 16 tot 25 februari 1981 in Den Haag gehouden. Premier Don Martina in gesprek met A. van der Stee, minister van Antilliaanse Zaken en premier R. Lubbers.

RTC 1983

Leden van de Antilliaanse delegatie op de R.T.C. 1983. Deze R.T.C.'s waren nodig voor aanpassing Statuut i.v.m. Aruba's Status Aparte.

Henny Eman

Henny Eman, eerste Premier van het autonome Land Aruba (1986- 1989)

Sociaal Economische Situatie

In de maanden na “mei 69” werden moties in de Staten aangenomen waarin gevraagd werd om minimumlonen en maximumprijzen in te stellen. Daarnaast werd het ambtenarenapparaat in de jaren zeventig sterk uitgebreid. Vakbonden speelden een grote rol, vaak onder verwijzing naar “mei 69” als intimiderend pressiemiddel bij onderhandelingen. Loonsverhogingen, verbeterde sociale voorzieningen, arbeids- en sociale wetgeving werden met voorrang uitgevoerd. Een nieuwe protectionistische politiek van import vervangende industrialisatie werd geïntroduceerd, waarbij binnenlands geproduceerde goederen tegen hun buitenlandse concurrenten werden beschermd met hoge tariefmuren of importverboden. Het marktbeschermingsbeleid is gebaseerd op de Landsverordening In- en Uitvoer uit 1969, PB 1969, no. 42. 

In de loop van de jaren tachtig kreeg de economie een aantal schokken te verwerken.

- De dollar steeg in waarde waardoor automatisch ook de Antilliaanse gulden 24% werd opgewaardeerd. Dit betekende dat op Curaçao geproduceerde goederen en diensten veel duurder werden voor het buitenland. Curaçao werd een duurte-eiland.

- De bolívar devalueerde waardoor ons eiland ook voor Venezolaanse toeristen te duur werd.

- Tot overmaat van ramp kondigde Shell, jarenlang de motor en aanjager van Curaçaos economie, haar vertrek aan. In 1985 zou de olie-maatschappij daadwerkelijk haar activiteiten op ons eiland staken. Het vertrek van Shell betekende een verlies van NAf 42 miljoen aan belastinginkomsten. Het eilandgebied Curaçao werd voor één gulden de nieuwe eigenaar van de raffinaderij, welke zij voor 20 jaar verhuurde aan de Venezolaanse olieproducent PdVSA.

- Het dok en de haven verkeerde, zeker na 1982, in een crisis. Mechanisering en automatisering in vele sectoren, plaatsten (dure) arbeidsplaatsen op de tocht.

- De Antilliaanse Luchtvaart Maatschappij (ALM) werd in toenemende mate in dienst van de Curaçaose arbeidsmarkt gebruikt. Structurele liquiditeitsproblemen waren het gevolg.

- Door wijziging in de belastingwetgeving van de V.S. in 1984, kwamen inkomsten uit de offshore sector onder druk te staan.

PdVSA

Shell wordt PdVSA.

Maria Liberia-Peters

Maria Liberia-Peters sloot de deal met PdVSA ter behoud van werkgelegenheid op Curaçao