Staatkundige Geschiedenis 4 Periode 1987-2004

Van Aruba's Status Aparte tot de staatkundige referenda 2004-2005
lees meer
Staatkundige Geschiedenis 4 Periode 1987-2004

Staatkundige Geschiedenis 4 Periode 1987-2004

Van Aruba's Status Aparte tot de staatkundige referenda 2004-2005
lees meer

De stem van het volk

Aruba verkreeg in 1986 een Status Aparte op voorwaarde dat ze in 1996 definitief onafhankelijk zou worden. Onafhankelijkheid van de Nederlandse Antillen en Aruba bleef aanvankelijk nog inzet van Nederlands beleid. Aruba koos er eind jaren tachtig echter voor om niet onafhankelijk, maar binnen het Koninkrijk te willen blijven. In 1990 nam ook het Eilandbestuur van Curaçao de motie aan om ook voor Curaçao een Status Aparte, binnen het Koninkrijk na te streven. Een permanent verblijf in het Koninkrijk zou volgens Hirsch Ballin, minister belast met Antilliaanse en Arubaanse zaken, verbonden zijn aan "huisregels".  "Good Governance" was een van die huisregels (Toekomstconferentie 1993). Dat werd inzet van vernieuwd Nederlands beleid ten aanzien van de Antillen in deze periode. Hirsch Ballin onderzocht de mogelijkheden voor een vernieuwd Statuut. In deze periode zou op elk eiland twee staatkundige referenda worden gehouden. Het staatkundig traject kwam in het publieke domein. In 1993 werd het eerste Staatkundig referendum gehouden, waarin het publiek zich uitsprak voor behoud van de Antillen van Vijf, binnen het Koninkrijk. Na dat referendum werd nadruk gelegd op "Nationbuilding", de sanering van de overheidsfinanciën, transparant bestuur en de bestrijding van grensoverschrijdende misdaad. Van Antilliaanse zijde werd "het naleven van de huisregels" vooral ervaren als een inbreuk op de autonomie.

De Natievorming binnen de Antillen van Vijf kwam onder druk te staan toen Sint Maarten, in het referendum van 2000, zich had uitgesproken voor een Status Aparte. Nederland leek niet meer vast te houden aan het idee dat de eilanden per se samen moeten blijven. In 2004-2005 werden er nieuwe referenda gehouden op Bonaire, Saba, Curaçao en St. Eustatius. 

Don Martina

D.F. Martina heeft tussen 1979 en 1988 aan het hoofd gestaan van vier kabinetten Martina. Met een tussenpose van 2 jaar (1984-1986) in welke kabinet Liberia-Peters I aan de macht was. Belangrijke staatkundige momenten als de ronde tafel conferenties van 1981 en 1983. Met het aantreden van kabinet Martina IV op 2 januari 1986 was het wederom de heer Don Martina die de herstructurering van de Antillen van 5 ter hand moest nemen. Aan de hand van verschillende modellen werd er gediscussieerd over nieuwe staatkundige verhoudingen. De heer Martina moest in zijn laatste periode als premier concluderen dat het onmogelijk was om een samenwerkingsvorm te vinden waarin alle eilanden zich konden vinden.

Saba, St. Maarten, St. Eustatius

Onder het derde kabinet Martina viel het besluit om het eilandgebied de Bovenwindse eilanden in drie afzonderlijke eilandgebieden St. Maarten, Saba en St. Eustatius te splitsen.

Claude Wathey

Claude Wathey

Claude Wathey was in deze tijd de verpersoonlijking van St. Maarten en zijn politiek. Van 1954 tot en met de eilandsverkiezingen van 1991 heeft geen enkel oppositiepartij het van zijn DP kunnen winnen. Claude Wathey treedt op 20 juli 1992 af als gedeputeerde van het eilandgebied St. Maarten en neemt eveneens ontslag als lid van de eilandsraad. Dit als gevolg van de Algemene Maatregel van Rijksbestuur die aan het eilandgebied St. Maarten werd opgelegd, per besluit van de rijksministerraad van zijn 9 juli 1992. Dit eilandgebied werd onder curatele gesteld als gevolg van aanhoudende berichten van wanbestuur en fraude, die geleid hebben tot verschillende onderzoeken. Met name de rapportage van de Onderzoekscommissie Besluitvorming St. Maarten, onder voorzitterschap van M.A. Pourier was beslissend in deze affaire.

Kabinet Lubbers

Kabinet Lubbers

Het derde Kabinet Lubbers (1989-1994) komt met een nieuwe agenda. Het streven om de Nederlandse Antillen en Aruba (1996) naar onafhankelijkheid te loodsen is niet meer de hoogste prioriteit. Het komt daarmee tegemoet aan de wens van Aruba om binnen het Koninkrijk te willen blijven. De aanvankelijke eis van Nederland om de Status Aparte binnen 10 jaar om te zetten in onafhankelijkheid is, volgens Aruba, niet aan Nederland om te beslissen. Dat behoort aan het Arubaanse zelfbeschikkingsrecht. Tijdens het Kabinet Lubbers (Toekomst Conferentie 1993) wordt tevens het zelfbeschikkingsrecht voor elk eilandgebied apart erkend. 

Toekomst conferentie 1993

Minister President drs. R. Lubbers (1982-1994), voorzitter van de eerste toekomstconferentie op Curaçao. (8 en 9 maart 1993).

Toekomst conferentie 1993

Curaçaose delegatie op de eerste toekomst conferentie: v.l.n.r.: R. Bentoera, D. Martina, E. Mendes de Gouveia, G. Hueck, S. Marshall. (niet op de foto: E.L. Aniceta).

Toekomst conferentie 1993

Een deel van de Curaçaose delegatie op de tweede toekomstconferentie.

Toekomst conferentie 1993

De Nederlandse delegatie met de ministers I. Dales en E. Hirsch Ballin.

Referendum 1993-1994

Referendum 1993-1994

Referendum 1993-1994

De Curaçaose politici waren het met elkaar eens: “Kòrsou Promé”. De Eilandsraad van Curaçao had in 1990 al een motie aangenomen om te streven naar een aparte status voor Curaçao naar voorbeeld van Aruba. Om dit politieke standpunt te toetsen werd er een volksraadpleging gehouden in 1993-1994. De mening van het volk over de toekomstige staatkundige verhoudingen bleek anders. Een overweldigende meerderheid sprak zich uit voor het behoud van een Antillen van 5. 

Uitslag

Uitslag

Referendum 1993-1994 uitslagen

Uitslagen referendum 1993-1994. Optie A haalde op alle eilanden de meerderheid. 

Referendum 1993

Stembureau Dokter Martin Luther Kingschool.

Referendum 1993

Campagne voor Optie A.

Pourier

M.A. Pourier, politiek leider van Partido Antia Restrukturá (PAR) wist kiezers voor Optie A te inspireren. Hij won ook de Statenverkiezingen erna.

Nation Building

De regering Pourier investeerde in Nationbuilding om de eenheid in de Antillen van Vijf te bevorderen. "Make it Work" was het credo.

St. Maarten

Het overheersende sentiment op St. Maarten over de "Antillen van Vijf" was: "it doesn't work".

Centrifugale krachten

De verwoestende orkanen Luis en Marilyn in 1995 hebben het sentiment naar de status aparte op St. Maarten versterkt. Prioriteit aan eigen opbouw uit eigen middelen.

Centrifugale krachten

Na het referendum van 2000 op St. Maarten concludeerde het rapport Jessurun uit 2004: "staatkundige hervormingen met sanering schuld".

Sociaal Economische Situatie

Na het vertrek van Shell, was sluiting van de raffinaderij voorkomen doordat Shell al zijn installaties had verkocht aan het Eilandgebied Curaçao, die het beheer ervan uitbesteedde aan de Venezolaanse maatschappij PdVSA. Van 1987 tot aan het eerste referendum werd door het Kabinet Martina al een bezuinigingsbeleid ingezet. Het “Ekilibrio i Adelanto” beleid was een trendbreuk met voorgaande kabinetten. Het doel was om in 1990 een begrotingsevenwicht te bereiken. Overheidssteun aan bijvoorbeeld noodleidende hotels werd stopgezet en er werd een bezuiningingsbeleid ingezet. Begrotingsevenwicht werd echter niet bereikt in 1990. De regering diende een verzoek tot overheidssteun in bij Nederland. Die stelde als voorwaarde een saneringsprogramma ter verbetering van de economische structuur. Hieronder werd verstaan: aanpassing van het marktbeschermingsbeleid, flexibilisering van de arbeidsmarkt, het loonkostenniveau en het monetaire beleid. Vele van deze zaken werden op Curaçao gezien als verworvenheden van “30 mei 69” en de voorwaarden werden niet gehaald.

Na het eerste referendum (1993-1994) ging de regering in onderhandeling met het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Afgesproken werd dat Nederland kredieten zou verschaffen indien aan de IMF-voorwaarden zou worden voldaan. 

 

 

De strikt liberale IMF-voorwaarden kwamen neer op een afslanking van het amtenarenapparaat, verzelfstandiging van overheidstaken, maar ook op het invoeren van deugdelijk bestuur. Zo werd o.m. ook de openbaarheids- en Archiefwetgeving vastgesteld in 1996.

Een nieuwe belasting (Algemene Bestedingsbelasting) werd ingevoerd, later omgezet in een omzetbelasting. De afgeslankte “Nieuwe Overheid” (40% minder ambtenaren) werd in 2002 ingesteld, Telecommunicatie en Post werden geprivatiseerd, evenals het Landslaboratorium. De verliesgevende Antilliaanse Luchtvaartmaatschappij (ALM) werd niet meer gesubsidieerd, en ging failliet (2002). De beloofde kredietlijn van Nederland bleef uit, met massale emigratie naar Nederland tot gevolg. In 1995 woonden er nog 93.000 Antillianen in Nederland, eind 2010 waren het er al 141.000. Het aantal inwoners op Curaçao nam af in die periode. Geschrokken van de gevolgen stelde Nederland in 2002 een Fonds ter beschikking, beheerd door een stichting Economische Ontwikkeling. Hiermee werden grote (toeristische) projecten gestimuleerd met “zachte”leningen (o.a. het Santa Barbara Hotel Project). Ook een “Tasc Force Antilliaanse Jongeren” werd door Nederland gefinancierd, om jongeren beter voorbereid naar Nederland te laten afreizen.