Oprichting

De voorganger van het Nationaal Archief is het Centraal Historisch Archief (CHA). Het CHA werd op 26 augustus 1969 opgericht. Het CHA kreeg tot taak om de overheidsdocumenten in goede en geordende staat te bewaren teneinde deze aan het publiek en Landsbestuur ter beschikking te stellen. Er werd voor gekozen om alle documenten tot 30 jaar oud aan het CHA over te dragen. In 1969 kreeg het CHA de overheidsdocumenten over de periode 1828-1939 in beheer overgedragen. In 1989 werd de eerste Archieflandsverordening ontworpen waarin de termijn van overbrenging naar het CHA werd gesteld op 40 jaar. Thans is deze gesteld op 20 jaar. De termijn van overbrenging van archieven naar het Nationaal Archief is tevens de openbaarheidstermijn van ons land. Zodra de diensten hun archieven geselecteerd overdragen naar het Nationaal Archief worden ze openbaar.

Dit is een constante. De doorstroom naar het Nationaal Archief is een van de belangrijkste principes in de informatiehuishouding. Het maakt deel uit van de Generally Accepted Recordkeeping Principles (GARP). Het is onderdeel van de levensloop van informatie. 

Sinds haar oprichting heeft het Nationaal Archief middels overbrenging en actieve acquisitie haar archieven uitgebreid zodat bijvoorbeeld ook de oudste parochiearchieven en de archieven vanaf de vestiging van de West-Indische Compagnie in onze studiezalen door U zijn op te vragen. Van de periode na 1940 zijn enkele archieven overgedragen: bijvoorbeeld het archief van het Kabinet van de Gouverneur (1951-2010), het Rapportenarchief van de Dienst Ontwikkelingssamenwerking (DEPOS). Het Nationaal Archief maakt de ontvangen archieven – indien nodig - nader toegankelijk. Ze kunnen worden gerestaureerd, op microfilm gezet of gedigitaliseerd. De openbare aktes van de Burgerlijke Stand zijn door het Nationaal Archief digitaal geïndexeerd en op Internet te raadplegen.  

Behalve overheidsdocumenten heeft het Nationaal Archief ook belangwekkende particuliere archieven verworven, alsmede kranten, ca. 500.000 foto’s en negatieven, audiovisueel materiaal vanaf ca. 1928 en een uitgebreide collectie historische kaarten en tekeningen. Gezamenlijk vormen zij ons nationale geheugen. Deze collecties zijn voor iedereen vrij toegankelijk. Het nationale geheugen is een ondersteuning van de landsadministratie: het is de bewaarplaats van “bewijsmateriaal”, beleidsinformatie ten behoeve van een continuerend, zorgvuldig en openbaar bestuur. Het nationale geheugen staat ook ten dienste van het publiek: de documenten vertegenwoordigen de geschreven geschiedenis van ons land.

De eerste Archieflandsverordening 1989 werd pas in 1996 van kracht. Sindsdien zijn de Landsdiensten verplicht hun archieven geselecteerd over te dragen naar het Nationaal Archief. De huidige Archieflandsverordening, vastgesteld in 2008, stelt de termijn voor overdracht op 20 jaar. Hiermee volgt het land de internationale ontwikkelingen in de openbaarheidstermijn. Het land Curaçao heeft de archieven van haar rechtsvoorgangers ongeselecteerd geërfd. De selectie achterstand is inmiddels opgelopen tot een volume van ca. 25 strekkende kilometer aan landsarchieven. Van het Eilandgebied Curaçao werd nog eens ca. 15 strekkende kilometer geërfd. Ook deze moeten nog geselecteerd worden.

De Algemeen Landsarchivaris houdt sinds 1996 toezicht op het archiefbeheer van alle landsdiensten en inspecteert de correcte uitvoering van de “doorstroom” (“lifecycle”) van overheidsinformatie naar openbaarheid. Onder het archief wordt niet alleen alle overheidsinformatie op papier gerekend maar ook de informatie die op digitale- en andere dragers wordt gevormd.

Voor de huisvesting van de archieven van de Nederlandse Antillen en van het Eilandgebied Curaçao is intussen een hypermodern depot gebouwd bij het Nationaal Archief. Dit depot maakt het mogelijk de selectieve overdracht ook daadwerkelijk aan te pakken. De selectie van de 40 kilometer aan semi statische archieven van rechtsvoorgangers van Curaçao, nu nog verspreid onder beheer van de overheidsdiensten, zal een reductie opleveren van het volume met ca. 80-90%. Tien procent wordt centraal overgedragen naar het Nationaal Archief, de rest komt in aanmerking voor vernietiging. Het zal een besparing van meer dan een miljoen gulden jaarlijks opleveren aan opslagkosten. Momenteel (2017) is een Bachelors opleiding Archivistiek (Archiefschool) gestart in samenwerking met de Intercontinental University of the Caribbean (ICUC) op Curaçao. In deze opleiding worden ook selecteurs getraind om aan de selectie achterstand te kunnen werken.