Het Leprozengesticht op Zaquito
Inleiding
Lepra of melaatsheid was in de oudheid al bekend. Een andere naam voor deze aandoening was Lazarusziekte. Zichtbare verschijnselen waren o.a. vlekken op de huid, verdikkingen onder de huid, gezwellen en zweren op het gezicht. Lepra kan leiden tot ernstige misvormingen van onder andere de ledematen en het gezicht. Vanwege de besmettelijkheid van de zieken was afzondering van de betrokkene de eerste maatregel die getroffen werd. Dit gebeurde oorspronkelijk in hun eigen omgeving. Op Curaçao breidde de ziekte zich meer en meer uit gedurende de tweede helft van de 18de eeuw. In 1770 besloot het bestuur van de Kolonie Curaçao om onvermogende lijders af te zonderen in een lazarushuis.
Het Lazarushuis op het Rif
Het eerste leprozentehuis op Curaçao werd gebouwd op het Rif (1781). Hier werden zowel leprozen als krankzinnigen, in gescheiden afdelingen, gezamenlijk gehuisvest. Het reglement voor het Lazarus- en krankzinnigenhuis trad op 1 januari 1831 in werking en schreef voor dat een ieder, hetzij vrij of slaaf, die met lazarusziekte besmet was in dit gesticht moest worden opgenomen. Dit leprahospitaal had aanvankelijk geen personeel dat structureel voor de zieken zorgde. De gouvernementsarts kwam van tijd tot tijd langs. Het enige permanent aanwezige personeelslid in dit Lazarushuis bestond in eerste instantie uit een vaste oppasser die door het Land betaald werd.
Na een bezoek aan het gesticht door Gouverneur van Lansberge, werd op verzoek van de Koloniale Overheid, de verzorging overgedragen aan de congregatie van de Eerwaarde Zusters van Breda. De Gouverneur was van mening dat de behandeling van de patiënten te wensen overliet. In 1856, werden de Zusters van Breda belast met de verpleging van de melaatsen en krankzinnigen. Deze Zusters waren pas op Curaçao en hadden zich bij hun vestiging op Curaçao, beziggehouden met algemene ziekenverpleging. Het leprozenhuis bleef nog op het Rif gevestigd tot de orkaan van het jaar 1877 het gehele huis wegvaagde. Hierbij kwamen drie zusters om het leven. De melaatsen werden hierna tijdelijk ondergebracht in het krankzinnigengesticht 'Monte Cristo' aan de Roode weg dat toen al een tijd van de melaatseninrichting was afgescheiden.
Zaquito
In 1880 werd een terrein te Otrabanda gekocht om een nieuwe leprozerie te bouwen. Het gebouw werd in 1882 in gebruik genomen. In februari konden 12 patiënten worden overgebracht naar het nieuwe gesticht, aan hetzelfde binnenwater gelegen als het St. Elisabeth Hospitaal en het krankzinnigengesticht. Het terrein heette Zaquito en die naam is langzamerhand vereenzelvigd met de inrichting voor de melaatsen op Curaçao. De naam Zaquito is afkomstig van de voormalige eigenaar van het land: Isaak Chapman. Deze voornaam Isaak wordt in de omgangstaal afgekort tot “Zaqui” of “Zaquito”.
Het gebouw te Zaquito was oorspronkelijk in de vorm van een vier (4) gebouwd. De Zusters van Breda waren nog steeds verantwoordelijk voor de zorg van de melaatsen. Voor hen waren er slaapcellen, een eetzaal, een keuken- en strijkinrichting en zelfs een kapel. De mannelijke en vrouwelijke lepralijders verbleven er op enkele meters afstand, gescheiden van elkaar. Er waren 2 aparte zalen waar iedere patiënt een bed, een kastje en een stoel had.
Door de geringe afstand tussen de zusters en de lepralijders waren ook de zusters blootgesteld aan besmetting. Zodoende kwamen er uitbreidings- en moderniseringsplannen die eind 1936 werden afgerond. Er kwamen zes nieuwe paviljoens. Een grote vooruitgang voor de patiënten was dat na de uitbreiding elke patiënt een eigen slaapkamer met wc/toilet kreeg. De zusters bleven in het oude gebouw, waar ze op veilige afstand van de patiënten verbleven. In 1945 bereikte Zaquito, met 35 patiënten, het grootste aantal melaatsen. Er waren toen zes verplegende Zusters.
Sluiting Zaquito
Met de ontwikkelingen in de medische wereld liep het aantal verpleegden in 1966 sterk terug. Nieuwe medicijnen op het gebied van Leprabehandeling maakten het mogelijk dat deze ziekte redelijk snel genezen kon worden. Ook de veranderde inzichten m.b.t. besmettelijkheid en afzondering als gevolg daarvan, hadden als resultaat dat opsluiting in een speciaal gesticht niet meer noodzakelijk was.
Met de viering van een heilige mis in het kapelletje van de Zusters, werd de leprozeninrichting te Zaquito op 9 november 1966 officieel gesloten. Hiermee kwam een eind aan een belangrijk hoofdstuk in de Curaçaose geschiedenis.
Deze tekst mag alleen worden overgenomen met vermelding van de bron: Nationaal Archief Curaçao.